De Retiese geschiedkundige, pedagoog en inspecteur Lager Onderwijs Edward Sneyers schreef: Het thans verdwenen kerkhof, beplant met lindebomen, door een laag muurtje omgeven en met zijn honderden kruisen van geringe mensen, strekte zich tot twintig meter en verder over het plein uit, en was langs de zuidzijde begrensd door een huizenrij wier bewoners echt op het kerkhof woonden. Hij verwijst daarmee naar de oorspronkelijke ligging van het Retiese kerkhof, namelijk rond de Sint-Martinuskerk.
Het kerkhof werd in 1923 overgebracht naar de Asberg, de huidige locatie. De Calvarieberg, gelegen in het midden van de begraafplaats, werd op 1 mei 1927 ingezegend. Deze Calvarieberg is een stukje waardevol erfgoed van de vermaarde Antwerpse beeldhouwer Bruno Gerrits.
Onder de Calvarieberg rusten dhr. Henri De Vel en zijn vrouw Nathalie Willekens.
Achter deze Calvarieberg bevindt zich het graf van Edward Sneyers (1881–1957) en zijn echtgenote Emma De Moité (1878–1939).
Links voor de Calvarieberg bevinden zich de graven van 33 zusters van het vroegere klooster Sint-Annadal. Rechts, wat verder verwijderd van de Calvarieberg, liggen de Retiese priesters begraven.
Uiterst rechts zien we een gedenksteen gemaakt door de Retiese kunstenaar Bert Vercaigne en zijn dochter Gerd ter nagedachtenis van de gesneuvelde Retienaren.
Het beeldbepalend monument op de begraafplaats floreert opnieuw in zijn oude glorie. De restauratie past binnen het plan van de gemeente om van de begraafplaats een aangename rustige parkomgeving te maken met ruimte voor recente en klassieke kunstwerken. In het kader van dit plan werden eerder al de Paradijspoort en het Engelkind gerealiseerd. Deze restauratie wordt mede mogelijk gemaakt door de financiële steun van het Europees subsidieprogramma Leader, dat bedoeld is om innovatieve projecten te ondersteunen die bijdragen aan een leefbaar en economisch vitaal platteland.
De laatste jaren is er hard gewerkt aan een nieuwe uitstraling van de begraafplaats. Er werd ruimte gecreëerd voor asverstrooiing en de bewaring van urnen. Groene zones zorgen voor rust en sereniteit.
Op het Retiese kerkhof bevindt zich één graf dat wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog hebben wel meerdere militairen op de Retiese dodenakker begraven gelegen, maar die stoffelijke resten werden later naar diverse andere, meestal militaire, begraafplaatsen overgebracht. Alleen dat ene graf dus niet. Het is de laatste rustplaats van Ronald Stephen Sitch uit Mountnessing, Essex, Groot-Brittannië. Sergeant Sitch was amper 21 jaar oud toen hij sneuvelde. Hij behoorde tot de zevenkoppige bemanning van een Handley Page Halifax Mark II-bommenwerper die in de nacht van 22 op 23 oktober 1943 neerstortte in Beverdonk.
Het toestel, met nummer JN 920 was een van de 569 bommenwerpers die deelnamen aan een nachtelijke raid op Kassel. Getuige Jeanne Mariën beschreef in 1999 hoe het toestel brandend en bulderend over hun hoeve in Beverdonk scheerde en tweehonderd meter verder in een zee van vuur ontplofte.
Retienaar Willy Thijs verzamelde al in 1992 bijzonderheden over Ronald Sitch. Hij nam contact op met het geboortedorp van de militair en kreeg o.a. een brief van de enige nog levende verwanten. De inwoners van Mountnessing stuurden een krans van klaprozen naar Retie om op het graf van hun gesneuvelde dorpsgenoot te leggen. Ook de plaats van de crash werd gelokaliseerd: een moerassig stuk grond in Beverdonk, op 100 m van de Kleine Nete.
In 1998 kreeg het verhaal nog een vervolg toen, op initiatief van de heemkundige kring van Kasterlee, een Britse onderzoeksploeg op zoek ging naar resten van het verongelukte toestel. Er kon een vrij uitvoerige reconstructie gemaakt worden van de periode die aan de crash voorafging. Vandaag herinnert een gedenksteen op de plaats van de inslag aan de zeven levens die er verloren gingen.
Adres: Kerkhofstraat